Tijdens het plannen van mijn route door Zuid-Amerika had ik Peru eigenlijk overgeslagen omdat ik dat land een keer apart wil doen. Maar tijdens het reizen hoorde ik zoveel mooie verhalen over Peru en dan vooral ‘Machu Picchu’ dat ik toch besloten had om er een bezoekje aan te brengen. Zo’n gevalletje ’tja, als je er dan toch bent’ .
Och, och, wat is Cusco een leuke stad! Echt een verschil met Bolivia. Het heeft heel veel pleinen omringd met winkeltjes en restaurantjes. Cusco was vroeger de hoofdstad van de Incas en dat kan je nog goed terug zien. Het historisch centrum is opgenomen op de Werelderfgoedlijst. Door de stad lopen veel vrouwen in klederdracht met lammetjes en uiteraard lama’s. Cusco betekent ‘navel’. De stad wordt dan ook wel de navel van de wereld genoemd. Veel gebouwen van de Incas werden door de Spanjaarden vernietigd en de overblijfselen werden gebruikt voor de nieuwe gebouwen. Ze zeggen dat Cusco de vorm van een Puma heeft, maar eerlijk gezegd zie ik dat er niet echt in haha.
Alle kleuren van de regenboog
Om 3.00 uur ’s nachts werd ik bij het hostel opgehaald om richting de Rainbow Mountain, ook wel Vinicunca Montaña genoemd te vertrekken. Het is ongeveer drie uur rijden naar een dorpje waar je ‘ontbijt’ krijgt. Daarna is het ongeveer nog 20 minuten rijden naar het begin van de zware tocht. En echt, ik overdrijf niet. Op meer dan 4000 meter moet je zo’n drie uur gaan wandelen tot de top. En dan niet gewoon vlak, maar steil naar boven door de modder. Ik heb echt 100 keer gedacht: ‘waarom doe ik dit?’ Er liepen ook lokale mensen mee tijdens de toch op een soort van sandalen. Hoe dan?! Haha
Ik had me goed voorbereid door veel water en coca snoepjes in te slaan. Ze raden je aan om van die coca blaadjes in je mond te stoppen, maar dat gaat er bij mij echt niet in. Dan maar in de vorm van een snoepje. Op zo’n hoogte doet je conditie er trouwens helemaal niet aan toe. In Nederland kan ik wel een stukje rennen.. maar hier was ik na 10 stappen al helemaal buiten adem. Je wilt het zo graag, maar je lichaam zegt ‘nee’. Wel irritant hoor haha. Maar goed, verder met de tocht. Het laatste en steilste stuk ‘heerlijk’ gewandeld terwijl het begon te sneeuwen. Wat fijn toen we eindelijk de top hadden bereikt! En eerlijk waar, het was prachtig. Na 100 foto’s mochten we dezelfde route weer terug gaan lopen door de regen. Ik zou het echt niet gemist willen hebben, maar ik zou het ook niet nog een keer doen.
Op naar Machu Picchu
De volgende dag mocht ik ‘uitslapen’ tot 6.00 uur om vervolgens per bus richting het stadje Aguas Calientes te gaan. Het was een lange rit van ongeveer zes uur. Onderweg gestopt bij een plek om te ontbijten en te lunchen. Vanaf de lunchplek moest je je gaan registreren en kon je ervoor kiezen om per trein of per voet naar Aguas Calientes te gaan. Omdat ik nog niet zoveel gelopen had de vorige dag naar de Rainbow Mountain (ha-ha) besloot ik om te gaan lopen. Weer een tocht van 2,5 uur door de bush-bush. Er loopt gewoon geen weg naar Aguas Calientes, alleen een treinrail. Het was wel mooi, maar uiteraard regende het weer.
Aguas Calientes
Aguas Calientes oogt leuk. Het is klein, maar ziet modern en schoon. Die avond een briefing gekregen over de volgende dag en super vroeg naar bed gegaan, want de wekker stond ingesteld op 4.00 uur. Om 5.15 uur richting de kaartverkoop voor de bus die je naar Machu Picchu brengt gelopen. Het loket ging om 5.30 uur open, dus ik dacht dat ik wel op tijd zou zijn. Niet dus, hallelujah! Wat een mega ontzettend lange rij. Langer dan je je kunt voorstellen. Dus één tip: ga mega vroeg je bed uit als je een buskaartje wil scoren. Bij de ingang van Machu Picchu stond de gids al met z’n vlaggetje te zwaaien. Ik had een tour vooraf geboekt, maar dat was eigenlijk niet nodig. Je hebt ter plekke de keuze uit 100 zwaaiende en schreeuwende gidsen .
Machu Picchu!
Machu Picchu werd in 1860 ontdekt door ene Augusto Berns. O ja, en de ruïnes liggen op een hoogte van 2400 meter. Hier kon ik eindelijk weer normaal ademen en trappen op en af rennen haha. Na de rondleiding ben ik samen met een andere meid naar het klassieke uitzichtpunt gegaan en wauw, wat indrukwekkend! Machu Picchu is verdeeld in verschillende sectoren zoals de tempel van de zon, de koninklijke tombe, de hoofdtempel, de tempel met de drie ramen enz. Het is echt mega groot. Groter dan ik me had voorgesteld. Wat leuk is aan het ticket is dat je drie keer naar binnen mag. De paden zijn zo gelegd dat je maar één kant op kunt. De berg die niet weg te denken is bij Machu Picchu is Huayna Picchu. De top van deze berg ligt op een hoogte van 2740 meter en geeft uiteraard een mooi uitzicht over Machu Picchu. Wil je deze berg beklimmen? Koop van tevoren je kaartje.
Een onverwachte ontmoeting
Na Machu Picchu moest ik weer terug richting La Paz (Bolivia) omdat ik vanaf daar een vlucht naar de Galapagos eilanden (!!) heb. Op terugweg in een hostel in Puno (ligt nog in Peru, aan het Titicacameer) kwam ik opeens Sabine tegen. Echt super toevallig en grappig. We wisten van elkaar wel dat we allebei in Zuid-Amerika aan het reizen waren, maar niet dat we op dat moment in dezelfde stad zouden zijn. Dus samen hebben we Puno ontdekt. We gingen o.a. naar de drijvende eilandjes van stro. Deze drijvende eilanden zijn wel leuk om te zien, maar heul toeristisch. Zo vragen de bewoners van het eiland om geld als je een foto wilt maken.. Maar goed, het was grappig om deze eilanden te zien.
Pingback: Bolivia: Salar de Uyuni en meer – GROOT(S) op reis
Pingback: El fin – GROOT(S) op reis