Dit is dan toch echt mijn laatste verhaaltje. Lekker cliché, maar wat is de tijd snel gegaan. Het zal denk ik echt wennen zijn om weer een ritme en verplichtingen te hebben. Maar aan de andere kant ook wel weer fijn (misschien).
Chillen in Montañita
Het laatste deel van m’n reis begon in Guayaquil (ik verbleef in Dreamkapture Hostel). Van horen zeggen was het niet de moeite waard om daar lang te blijven, dus heb ik dat ook niet gedaan (wat luister ik toch altijd goed naar de mensheid). De volgende dag dan ook naar Montañita gegaan wat aan de kust van Ecuador ligt. Dit dorpje staat bekend om het strand, de chille sfeer, de goede feestjes en de surfdudes en girls. In Ecuador is het nu regenseizoen en dat is te merken. Heel benauwd en de regen komt met bakken uit de hemel. Je sliep dan ook in de open lucht met een klamboe uiteraard want er waren 100000 muggen. Gelukkig heb ik de tweede dag op het strand kunnen doorbrengen. Een gast uit het hostel wilde mij leren surfen. Waarom ook niet? Maar ben er denk niet echt voor gemaakt haha (+ ik heb niet heel veel geduld zoals de meeste wel weten). Dan maar zonnen, iets waar ik wel goed in ben. Na Montañita ben ik langs de kust verder naar boven gegaan naar het dorpje Puerto Lopez of eigenlijk, het plan was om naar Puerto Lopez te gaan, maar het hostel zat werkelijk in the middle of nowhere. Geen supermarkt, geen huizen, gewoon niks. Alleen een strand (dat was dan wel een pluspunt).
Modern Cuenca
Daarna was het tijd om naar Cuenca te gaan waar ik met Steffi had afgesproken. Vanaf hier gaan we binnen twee weken richting Quito reizen. Cuenca is echt een leuke stad en doet me een beetje aan Cusco (Peru) denken. Het ziet er allemaal vrij modern en schoon uit en uiteraard zijn er veel parken en kerken te vinden. Het stadscentrum van Cuenca is zelfs opgenomen in de Werelderfgoedlijst. In Cuenca verbleven we in Bauhouse Hostel. De eerste dag hebben we een free walking tour bijgewoond. Cuenca ligt op een hoogte van ongeveer 2600 meter, dus dat was weer even wennen en staat vooral bekend om de Panama hoeden. In de kleine zijstraatjes kan je de meeste hoedenmakers vinden. Hier in Cuenca lopen de vrouwen in klederdracht wat ik toch wel iets vind hebben. Na het verkennen van de stad zijn we naar het nationaal park gegaan. Het was echt koud vergeleken met de binnenstad van Cuenca. Daar hadden we niet echt over nagedacht. Ook regende het en was het bewolkt, even een omschakeling dus van het strandleven naar de stad. Totaal hebben we vijf uur door het park ‘gewandeld’. Omdat het regende was de grond nogal modderig en dus heel glibberig. Echt een uitdaging om niet te vallen. Van tevoren hadden we niet zoveel van het park verwacht omdat we al zoveel parken hadden gezien, maar het heeft de verwachting zeker overtroffen.
Van alles te beleven in Baños
Na Cuenca was het tijd voor de laatste lange busreis. Namelijk 9 uur naar Baños. Baños ligt op een hoogte van bijna 2000 meter ten noorden van Cuenca. Het stadje zelf stelde niet echt veel voor, maar de activiteiten die je daar kan doen wel! Zo kan je voor een fijn prijsje ziplinen, bungeejumpen, raften, paragliden, fietsen huren en naar de beroemde schommel. De eerste dag in Baños zijn we van zes ziplines afgeweest. Je mocht hier zelf een positie kiezen. Ondersteboven, superman, normaal of met z’n tweeën. Natuurlijk hebben we alles uitgeprobeerd. Wat een toffe ervaring was dat! Daarna zijn we naar de beroemde schommel ‘La Casa Arbol de Piedra’ gegaan. Het was mega bewolkt, dus de gehele achtergrond was wit. Daarom hadden we besloten om de volgende dag terug te komen. En jawel, de wolken waren verdwenen! We konden heerlijk schommelen met de vulkaan op de achtergrond. De laatste dag in Baños was de heftigste dag. In de ochtend begonnen we met bungeejumpen van een brug. Na lang kijken hoe iedereen zonder enige moeite naar beneden sprong, ben ik ook maar gegaan. Het stond al lang op m’n Bucketlist, maar ik ben blij dat ik het kan afstrepen en het nooit meer hoef te doen. Hallelujah, wat vond ik het eng! Normaal gesproken houd ik wel van een beetje adrenaline, maar dit was echt te veel. Daarna zijn we in de middag met de andere kamergenoten uit het hostel gaan raften. Het water was erg wild. We zijn dan ook twee keer volledig met de boot omgeklapt. Dat was eigenlijk best eng. Wel heel tof om te doen. Het was een dag vol actie dus. Na Baños zijn we naar Latagunca gegaan wat twee uur rijden was. Vanuit Latagunca kan je de Quilotoa loop doen en de vulkaan Cotapaxi beklimmen. Ik had besloten om alleen de vulkaan te gaan beklimmen omdat ik tijdens m’n reis al 10000 andere meren heb gezien. Helaas was het mega bewolkt met hagel, dus veel van de vulkaan heb ik niet echt kunnen zien.
Allerlaatste bestemming van mijn rondreis
En nu is het dan echt tijd om naar de laatste bestemming, Quito te gaan. Klinkt lekker zwaar, maar het is toch echt de laatste stad van deze reis. Quito is gewoon een drukke en grote stad met veel verkeer en mensen. Ik moet je zeggen, niet echt m’n ding. De eerste dag hebben we ook hier een free walking tour bijgewoond om de stad een beetje te leren kennen. Vooral heel veel kerken en kathedralen gezien. Ook hebben we natuurlijk een bezoekje gebracht aan het middelpunt van de wereld. Het was eigenlijk gewoon een lijn, maar het was grappig om er te staan. Er waren trouwens twee plaatsen waar het ‘midden’ van de wereld zou zijn. Een in een heel groot park met een mega standbeeld en één in een tropische tuin. Dat laatste punt bleek de echte te zijn, al gaf m’n mobiel 0,0,4 aan. Maar goed, dat zien we dan maar door de vingers. Op het middelpunt ben je blijkbaar 1 kilo lichter haha. De allerlaatste dag zijn we naar Otavalo geweest waar elke dag een grote markt is. Hier de laatste souvenirtjes ingeslagen en toen was het echt tijd om Zuid-Amerika gedag te zeggen.
Hasta la vista
De vijf maanden zijn mega snel voorbij gegaan. Op dit moment heb ik wel zin om terug naar Nederland te gaan. Niet elke paar dagen wisselen van slaapplek, weer gezond eten, iedereen weer zien etc. Maar na een paar weken wanneer alles weer ‘normaal’ is, gaat het reizen vast wel weer kriebelen. Ik zou deze ervaring echt voor geen goud gemist willen hebben.
Voor nu is het reizen even klaar, maar wie weet komt m’n blog ooit weer tot leven.
¡Hasta la vista!
Pingback: Welcome to paradise – GROOT(S) op reis